”Dat was het dan” zijn de eerste woorden van het bericht dat Tee & Jo plaatsen op social media wanneer Carnaval ten einde is. Want het einde van Carnaval betekent ook het einde voor Tee & Jo.
Het begon allemaal in 2015, toen Johan, na een lange tijd in Utrecht te hebben gewoond, weer terug in Oirschot kwam wonen. Theo, zijn broer, leek het leuk samen een Carnavalsnummer te maken. Johan, die in het dagelijks leven onder andere spreker en dagvoorzitter is, heeft wel wat podium ervaring. De vraag was nog even of hij dat ook wel wilde in zijn vrije tijd. Het gemis van echte Oirschotse Carnavalsliedjes gaf de doorslag.
Toen de twee er goed voor zijn gaan zitten ontstond de eerste single ‘Kekt es noar oe eige’. Dat het een nummer met een thema moest zijn stond vast. Het nummer gaat dan ook over oordelen. Ook belangrijk was dat het in de oude Carnavalsstyle gemaakt moest worden. Ze dachten aan iets als ‘Bloemetjesgordijn’. De zoon van Johan, Polle, die toen al flink aan de weg timmerde in de muziek, heeft de melodie gemaakt. Een vriend van Polle heeft het nummer vervolgens geproduceerd. Het refrein is door mensen uit Hillegom en Lisse gekoord. “Dat vind ik wel humor van die Hollanders die Oirschots zingen” aldus Johan. Doyke, de andere zoon van Johan, heeft de videoclip gemaakt.
De clip werd al snel 18 duizend keer bekeken. “Toen werd het gekkenhuis” vertelde Theo. Lokaal waren de twee een hit. Ze werden geboekt tijdens de Bonte Avonden, de sleuteloverdracht, bij gehandicapten en tijdens de Carnavalsmis. Er volgde later nog vier liedjes. Een daarvan is opgenomen tijdens de Corona periode om mensen een hart ondere de riem te steken. De clip van de single ‘Ik hang zelf de slingers wel op’ is dan ook opgenomen op een leeg marktplein “Dat is best uniek”. De laatste single van de twee heeft dan ook een toepasselijke titel ‘De lèste keer’. De mannen dragen het stokje graag over aan een ander groepje, zodat de Oirschotse liedjes toch blijven bestaan.